Ervaringsverhalen

Eindelijk..

Eindelijk kan ik zeggen voor mij geen middelen meer. Geen komma's meer achter de zin. Niet meer ik blijf sober, (lees ook komma) maar als er iets gebeurd met mijn kind, met mijn partner etc. Tijdens mijn herstel hoorde ik een "share" van een Groningse fellow. Hij gaf woorden aan mijn gevoel. Alles en/of iedereen die mijn soberheid in gevaar brengt, vliegt eruit. Dit gaf mij zoveel rust. Verder mij over kunnen geven aan mijn hogere macht. Mijn relatie met mijzelf en met voor mij belangrijke fellows en het opruimen van mijn jeugdwonden heeft mij zo'n geweldig fundament gegeven. Ik gun het iedereen!

Astrid, Soest

De hele wereld was tegen me.

Nooit had IK nu eens geluk. Behalve als ik in het weekeinde met mijn vrienden op stap ging. Vrijdag en zaterdag scheen de zon. Zondag werd alweer behoorlijk duister en de rest van de week was zwart, pikzwart. Totdat ik besloot mijn werkdagen ‘s avonds wat op te fleuren. Dat dacht ik tenminste. De kenners kunnen het al raden. Na verloop van tijd wilde de zon zelfs in het kleinste glaasje niet meer schijnen. Toen ben ik naar de AA gevlucht. Dat is nu zo’n zes jaar geleden. Van vechten tegen de drank kwam ik tot aanvaarden van mijn problemen; heel veel leren en zelfs een beetje genieten. Nog steeds heb ik zwarte dagen, maar die zijn nog altijd een stuk vrolijker dan die zonnige dagen van vroeger.

Vandaag heb ik niet gedronken.

Dat kan ik nu al – zonder één dag over te slaan – voor de 121 ste keer zeggen. Soms lijkt het niet zo bijzonder vergeleken met de zeventien jaren dat ik elke dag dronk en nooit op het idee kwam daar eens bij stil te staan. Zelfs niet voor het slapen gaan. Vaak echter voel ik me heel bijzonder. Vandaag, 121 dagen zonder alcohol. Morgen 122? Ik weet het niet; ik hoop het wel.

Je kunt mij wel een stille drinker noemen.

En een stiekeme. Eentje die het met de wet ook soms niet zo nauw nam om aan de drank te komen. Totdat die wet besloot dat het afgelopen moest zijn. Te veel schulden, teveel bedrog. Van kwaad tot erger. Na eerst een tijd in een ziekenhuis ging ik met tegenzin naar de AA. Het zou mij toch niet lukken. En bovendien: die mensen leken allemaal veel te opgewekt. Die hadden het nooit zo slecht gehad als ik. Nu praat ik toch wel anders; ben ik degene die vrolijk is, geen schulden meer heeft en zelfs nieuwelingen kan vertellen hoe tijd en training van de grootste pessimist een redelijke tevreden mens kan maken.

Pijn en hevig lijden hebben mij na 25 jaar alcoholgebruik naar de AA gestuurd.

Ik wilde nog niet dood, maar kon haast niet meer leven. Vanaf dat moment heb ik geen glas meer aangeraakt; alle drank het huis uit; ook mijn drankvrienden later verbannen. Het is alles geen rozegeur en maneschijn, maar wel heb ik mijn verstand terug, mijn vrijheid van handelen, een zekere mate van rust en heel belangrijk: hoop voor de toekomst. Een toekomst die wat mij betreft hand in hand blijft gaan met AA; met mijn nieuwe vrienden. Zonder hen weet ik niet waar ik zou zijn. Het was waarschijnlijk mijn laatste kans. Die hoop ik me niet meer te laten ontglippen.

Wat is een alcoholist?

Iemand die vervuild, verarmd en totaal vereenzaamd op en van de straat moet leven? Dat heb ik mijzelf jarenlang verteld. Ik was dus geen alcoholist, maar inmiddels weet ik beter. Een alcoholist is iemand die het eerste glas niet kan weerstaan, na het tiende glas van de wereld is, `s morgens met één borreltje weer hersteld lijkt te zijn en vrolijk weer aan het werk gaat. Goed in het pak, geen financiële zorgen, maatschappelijk aanzien. Iemand die vanaf 12 uur `s middags op de klok begint te kijken: nog vijf uur, dan mag het weer. Iemand die al drinkend maatschappelijk steeds weer verder opdroogt, zijn gezin verwaarloost en zijn baan dreigt kwijt te raken. Dat was ik. Nog steeds ben ik alcoholist, maar nu een niet-drinkende, weer volop in het leven. Ik heb veel teruggekregen van wat ik zelf was kwijt geraakt en ik ga elke week naar de AA om dat alles vast te houden.

Niet drinken is nog steeds een wonder.

Wie wordt er nu beloond door iets niet te doen? Zo voelt het nu, na ruim drie jaar AA. In het begin leek het een verschrikkelijke opgave. Ik heb heel wat afgeknokt, mij vreselijk verzet en soms bijna de hoop opgegeven. Maar binnen AA heb ik toch de steun en de kracht gevonden om door te zetten. ”Neem de tijd”, werd me altijd voorgehouden. Dat doe ik nu. En als het aan mij ligt ga ik er nog lang mee door. Ook met iets niets doen om er geestelijk en lichamelijk beter van te worden.

Mijn drankfestijn was kort.

Het was hevig en dramatisch. Ik was een laatbloeier die opeens ontdekte dat een ijskoude borrel heel wat warmte leek te geven. Ik weet niet waarom ik ermee begon en zeker niet waarom ik er niet meer mee kon stoppen. Ik weet wel dat ik steeds stommere dingen ging doen. Gelukkig had ik – achteraf pratend – na drie jaren mijn buik ervan vol (dat was me ook aan te zien). “Iets”, dat ik echt niet kan benoemen, deed me bellen naar AA. Ik zou nog twee dagen moeten wachten om naar een groepsavond te kunnen gaan. Nog twee dagen drinken; maar dat waren de laatste. Ik weet niet wat ik van AA verwachte; wel dat ik de afgelopen jaren van AA heb gekregen. Elke dag een nieuwe dag die helemaal van mijn is en niet meer van de drank. Elke dag een nieuwe leer- dag, een nieuwe levenservaring. Mijn nuchterheid is doorgaans een groots festijn; het is een belevenis om elke dag tevreden mee te zijn.

“Wat wil je?”, zeg ik nu.

Dat man en kinderen maar blijven toekijken als je weer de boel hebt laten versloffen en uitgeteld op de bank ligt? Dat anderen steeds jouw gedrag rechtpraten, met jou smoezen meegaan? ”Wat wil ik?”, zeg ik ook op dit moment. Er weer zijn voor mijzelf en mijn gezin. Dankzij AA slaag ik daar steeds beter in. Ik heb nog een lange weg te gaan, dat weet ik. Maar nu kunnen mensen weer op mij rekenen en zelfs een beetje trots op me zijn. Wat ik na twaalf jaar letterlijk verdronken heb, kan natuurlijk niet in één jaar weer een goede oogst opleveren. Dat hoor ik wekelijks aan de AA-tafel. Maar in de knop staan doet mijn leven wel. De schuld en schaamte liggen achter me. De bloeitijd is wat mij betreft nu aangebroken, maar ik zal niet te optimistisch zijn. Ik ben me er terdege van bewust dat zo’n groeiproces veel tijd, energie en overgave vergt. Daar ga ik voor, want in AA spreken ze niet alleen mijn taal; ik heb er ook een deskundige kwekerij gevonden.

Winkelwagen